Stefan Leys, auteur van
"Tot de dood. En terug..."

achter de
schermen

Op deze pagina…

Achter de Schermen van “Tot de dood. En terug…”
Het schrijven van dit boek was voor mij meer dan een creatieve uitdaging – het was ook een helend proces. Niet alleen is het een persoonlijk relaas, het werd mijn manier om alles wat ik had meegemaakt letterlijk van mij af te schrijven.
Het verhaal weerspiegelt mijn strijd met hartfalen, het (over)leven met een LVAD of kunsthart, de harttransplantatie die mijn leven redde, en het loodzware jaar dat volgde, waarin ik me telkens opnieuw moest aanpassen aan nieuwe beperkingen en een resem onderzoeken.
Het is evenzeer een verhaal over hoop, veerkracht en de zoektocht naar betekenis – te midden van de donkerste momenten.

Wat je kunt verwachten
In dit boek neem ik je mee door de verschillende fases van mijn reis – van de harde diagnose “hartfalen” tot het moment waarop ik op de wachtlijst voor een harttransplantatie terechtkwam.
Ik ga ook dieper in op de emoties die daarbij kwamen kijken: de angst, de verwarring, en de pijn… van de revalidatie, van een week coma, en van het moeizaam “terug rechtop krabbelen” na de implantatie van het LVAD.

Je leest over de spanning van het wachten op het verlossende telefoontje, het moment waarop ik hoorde dat er een donorhart beschikbaar was, en de haast waarmee ik toen naar UZ Leuven moest vertrekken.

Later in het boek beschrijf ik het loodzware jaar na de transplantatie – een periode waarin ik geconfronteerd werd met de keiharde realiteit van infectierisico’s, medische beperkingen, zware medicatie en een eindeloze reeks (soms pijnlijke) opvolgonderzoeken.

En toch… tussen die beperkingen en angsten ontdekte ik ook nieuwe kracht, en nieuwe manieren om naar het leven te kijken.

Het Schrijfproces: Van Ervaring naar Verhaal
Toen ik begon te schrijven, had ik geen idee hoe snel het zou gaan. Het boek vloeide bijna vanzelf uit mijn toetsenbord – ik was ‘op dreef’, en het schrijven voelde als een stroom van gedachten die eindelijk een uitweg vonden.
Vooraf had ik één ding voor mezelf beslist: dit zou geen medisch verslag worden, geen technisch naslagwerk.
Ik wilde een verhaal schrijven zoals ik het zou vertellen wanneer ik tegenover iemand zit. Eerlijk, direct, zonder afstand.
Alsof we samen aan tafel zitten, met een kop koffie, en ik gewoon begin te vertellen.

Het schrijven werd dan ook veel meer dan enkel de drang om mijn verhaal te delen. Het bleek een helend proces.
Een soort catharsis, waarin ik alles wat ik had doorgemaakt van me afschreef, mijn emoties ordende en de gebeurtenissen in een nieuw licht kon plaatsen.
Het was mijn manier om te verwerken, mijn manier om de Dood onder ogen te zien – en te overwinnen. Niet alleen op papier, ook in mijn hoofd.

Dieper Ingaan op Het Verhaal
De krachtigste passages in mijn boek gaan over de confrontatie met de Dood zelf. Hoe ik me een weg vocht doorheen het zware hartfalen. Hoe ik de ingrijpende LVAD-implantatie onderging, om vervolgens meteen in een coma van een week te belanden, gevolgd door twee weken op Intensieve Cardio. En dan pas begon de revalidatie — een proces dat allesbehalve vanzelf ging.

Maar het verhaal stopt daar niet. Ook de psychologische strijd woog zwaar: het eindeloze wachten op hét telefoontje dat mijn leven zou veranderen. Het moment waarop het kwam, en ik halsoverkop naar UZ Leuven moest. De onzekerheid die daarop volgde, dag na dag.

En alsof dat nog niet genoeg was, kwam het loodzware jaar na de transplantatie. Een periode waarin ik opnieuw moest leren leven in een lichaam dat niet meer helemaal het mijne was. Een leven met strikte medische beperkingen en een eindeloze reeks (soms pijnlijke) opvolgonderzoeken in UZ Leuven.

.

Deel deze website

.

.
.